Georgië
28-03-’08 tm 08-04-’08
Bij de grens tussen Turkije en Georgië hebben we enig oponthoud; de visa’s van de Polen is een dag te kort en ze hebben nu moeite om Turkije uit te komen. Uiteindelijk is de boete 50 euro per Poolse deelnemer.
Normaal gaan we als groep de grens over maar deze keer ga ik alvast met Gintas op weg naar Batumi naar Jan Willem en Robert. We eten in het hotel waar zij sliepen die nacht en nemen later bij het treinstation van Batumi afscheid van Robert. Jan Willem en ik voegen ons bij de rest van de groep en we overnachten bij het treinstation een paar plaatsje verder op. Bij toeval komt Robert met de trein langs hetzelfde station; Jan Willem geeft zijn helm nog mee terug naar Nederland. Voor het station heb ik mijn eerste lekke band.
Tot overmaat van ramp is ook mijn shampoo leeggelopen in de toilettas, waardoor nu mijn scheerapparaat hapert. Maar als het hierbij blijft is het OK.
De wegen in Georgië zijn een stuk slechter dan in Turkije; een dag is het zelfs zo erg dat we onder de modder zitten. We zijn van de route afgeweken en de weg wordt al slechter; omkeren doen we niet, zelfs niet als de weg plaats maakt voor een schapenpaadje. We spuiten de fietsen schoon bij een benzinestation.
In de hoofdstad Tiblisi worden we verrast met een bezoek aan het badhuis en heerlijk eten geregeld door de minister van fietsbevordering in Georgië. De volgende dag brengen we een bezoek aan de loco-burgemeester, waarbij de ambassadeurs van het land van iedere nationaliteit van onze groep aanwezig zijn. Ik ga trots met de Nederlandse ambassadeur op de foto. Ik neem in Tbilisi weer afscheid van Jan Willem; hij gaat door naar Baku (Azerbaijan) zijn visa regelen voor de rest van de reis. Ik hoop dat hij snel weer zal aansluiten bij de groep, want de dagen samen fietsen zijn heel goed bevallen.