Start deel 2c
Op de markt in Sucre laten we ons het eten smaken. We starten in de ochtend met overheerlijke verse vruchten. Later op de dag eten we voor omgerekend 1,25 euro Milanese – een kipschnitzel met rijst, aardappel en wat groenten. Je zit daarna plofvol. We gaan die middag langs bij de fietsenmaker en Majlits krijgt een nieuw bergverzet gemonteerd. We hadden de onderdelen al mee uit Nederland. De fietsenmaker is niet alleen handig, maar ook heel behulpzaam met het bedenken van de route richting Oruro. Eerst stelt hij voor om over Potosi te gaan, dat is immers allemaal asfalt, maar die weg hebben we de vorige etappe al gereden richting Sucre. We gaan voor de directe route, hiervoor wordt wel gewaarschuwd; veel op en neer en een heel traject onverhard wegdek. We zullen het ontdekken. Nadat we het laatste onderhoud aan schoenen en fietsen hebben gepleegd, zijn we klaar voor vertrek. De volgende morgen nemen we afscheid van onze gastheer en vrouw. Vooral de gastheer heeft last van natte ogen. Ze waren zeer op ons gesteld en vroegen steeds wanneer we weer terug kwamen in Sucre. We klimmen uit Sucre, stukken zijn zo steil dat we af en toe moeten lopen. Na een ruime ochtend te hebben geploeterd zitten we op 3.250 meter en kijken voor de laatste keer over de stad Sucre uit. We hadden vlak voor vertrek nog M&Ms gekregen van Anne en Alex, we hebben ontdekt dat die super samen gaan met een hap brood. Beleg kennen ze nauwelijks in Bolivia en dan is dit een super oplossing. In de middag komen we vier dames tegen, zij gaan een reis maken richting Ushuaia. We delen onze ervaringen uit en krijgen van hun de tip om naar een Ecolodge te fietsen waar een lieve, van origine Duitse, dame van 80 jaar woont. Deze tip volgen we op en we zien erg af de laatste 4 kilometer omhoog. Het begint dan ook nog te hagelen. We bereiken de bestemming en het is meer dan de moeite waard. We ontmoeten daar Annelie Dehmel en haar dochter Cordula die na 7 jaar ook weer te gast is. We slapen in een mooi huisje, met een aparte keuken. Majlits maakt een heerlijk maal klaar. De volgende morgen krijgen we nog een bak koffie en krijgen het adres van Annelie in Darmstadt Duitsland voor als we daar een keer langs komen. De dochter biedt aan om wat winterkleding van ons mee terug te nemen naar haar woonplaats Bremen. Hier gaan we maar wat graag op in, scheelt ons onnodige kilo’s. Het klimmen en dalen die dag valt zwaar. De zon is fel en heet. We lopen wat af. Daarentegen worden we wel beloond met de uitzichten over het dak van de wereld hier in Zuid Amerika. Die avond slapen we in Ravelo in een hospedaje. Eerst lijkt het of alle bedden gevuld zullen raken, maar dat is niet het geval. Dag 3 vervolgen we onze rit over de onverharde weg. Overal zijn ze bezig om de weg klaar te maken voor asfalt. Het klimt alleen maar. We lopen die ochtend zeker 5 uur omhoog en zitten beiden helemaal stuk. Als ik dan in de verte een kleine pickup truck zie, snel ik met mijn laatste kracht naar boven en vraag of we mee kunnen. Uiteraard wordt er ja geantwoord en laden we de fietsen in. Het toeval wil dat ze naar Ocuri gaan, dat was de plaats waar we heen zouden gaan die dag. Zonder de lift hadden we dit nooit gehaald. We klommen door tot 4.000 meter hoogte. We zijn vroeg in een hospedaje waar we lekker konden bijkomen. De route 6 stelt ons op de proef, maar we nemen voor het traject van Ocuri naar Macha hoe dan ook te gaan afleggen. Het worden helse kilometers, van de 43 in totaal lopen we er 19 de berg op. We bereiken op die manier het hoogste punt ooit: 4.320 meter. De uitzichten en de vriendelijke mensen die we onderweg tegen komen houden ons gaande. In Macha belanden we in een parochie en worden heel gastvrij onthaald door de Pater. We krijgen die avond te eten en ook voor het ontbijt wordt op ons gerekend. Wat zijn we weer mazzel. Die ochtend fietsen we langs de rivier naar beneden, eindelijk een paar relaxte kilometers. We weten dat na Pocoata de weg alleen nog maar zal klimmen en besluiten dan ook een micro busje te nemen tot boven op de Paso Montaña van 4.425 meter hoogte. En dan op naar beneden richting de hoogvlakte. We denken in Huanuni – een mijnwerkers dorp – te gaan slapen, maar daar is het ons te troosteloos. We fietsen door en zien uiteindelijk een plek om te kamperen uit het zicht. Het werd een koude, maar stille nacht. In de verte, op zo’n 35 kilometer afstand, zag ik de stad Oruro in de nacht liggen. De volgende ochtend ontmoeten we nog de eigenaren van een klein huisje wat ze aan het bouwen zijn vlak naast onze tent. Ze begrijpen niet wat wij aan het doen zijn, maar wensen ons heel veel succes. De laatste 35 kilometer naar Oruro zijn vlak, eindelijk hebben we de hoogvlakte bereikt. Het lijk wel Nederland, maar dan op ruim 3.700 meter. In Oruro blijven we even om bij te komen van de 337 afgelegde avontuurlijke kilometers. Het volgende traject zal ons in La Paz brengen.
0 reacties