S03E07 Route 45
Als we nog maar net weer terug op de hoofdroute zitten, de weg nummer 45, doemt er alweer een bord op met een waarschuwing voor een dier. Dit keer is het een aap. Majlits demonstreert even hoe die mogelijk in het echt er uit ziet, lachen. Al een paar dagen zit het stuur van Majlits haar fiets los. Ik heb wel het gereedschap, maar kan de moer niet goed aandraaien omdat het was beschadigd en mijn sleutel dol draaide. De mannen die we in de werkplaats troffen vonden het wel een uitdaging en slepen een sleutel op maat die wel goed paste. Stuur weer vast en bij het vragen naar de kosten, wilden ze hier niets van weten. Wat zijn het toch een lieverds hier. Het gebied waar we doorheen fietsen staat vol met JA-knikkers, die hun buigingen blijven maken opzoek naar meer olie. Altijd een mysterieus gezicht. Soms als we geluk hebben, zijn er wolken in de ochtend. Het komt ook voor dat direct de zonnebril op moet. Deze dagen is het bijna niet te harden zo heet. Gevoelstemperatuur van dik boven de 40 graden. We proberen meestal rond half twee te stoppen. Tussen dat tijdstip en de klok van 17.00 uur moet je eigenlijk niet buiten zijn. Bij El Cruce, een klein plaatsje aan weg 45 treffen we een prima hotel met een nog betere privé kok. Hij vindt het jammer dat we al lunch hadden gehad net voordat wij bij ze aankwamen. In de avond maakt hij een heerlijke maaltijd met pasta en zelfs een toetje. Plots bemerken we dat we bijna door ons geld heen zijn, we moeten nu wel een omweg maken naar een grote stad om te kunnen pinnen. Ik had nog geprobeerd om in El Cruce te pinnen, maar dit was alleen voor lokale mensen beschikbaar. We fietsen om, over kleine maar drukke wegen, naar Barrancabermeja. Genoeg mogelijkheden om hier te pinnen. Midden in de stad zitten we in een prima hotel. Een keer op de begane grond en de fietsen passen ook nog op de kamer. We besluiten vanaf de stad echt binnendoor te gaan fietsen om de drukte een keer te mijden. Dit lukt aardig, totdat het asfalt stopt en de weg miserabel slecht wordt. Zelfs de bouten trillen los, dit keer van de kettingkast van Majlits haar fiets. Plots stuiten we op een spoorviaduct. Geen weg! Wat is dit nu weer, dat was niet aan onze route af te lezen. Een aantal jongens zit klaar met zelfgemaakte karretjes die precies op het spoor passen. We maken de prijs af op 4.000 pesos (iets meer dan een euro). De fietsen staan tegen elkaar aan en wij balanceren op het karretje rondom de fietsen. En hard dat ze gaan. Gelukkig moeten ze af en toe vaart minderen omdat er obstakels langs de rails liggen. Dit was toch weer een super ervaring en de enige mogelijkheid om de overkant van het water te bereiken. Na het dorp waar we in uitkomen gaat de weg net zo slecht als ervoor verder. We ploeteren nog zeker 11 kilometer in de bloedhitte. Dan zien we asfalt, Majlits kust dit met gevaar om haar lippen te branden. Blij dat we zijn! We fietsen nu dwars door de Palmplantages. De ene na de andere vrachtwagen gevuld met de zaden om de olie uit te persen komen voorbij. Tussen de palmen door rijden karretjes voortgetrokken door stoere zwarte ossen. Ze poseren zelfs nog even voor mij voor de foto. Verderop staat iemand foto’s te maken aan de kant van de weg. Dat moet dan wel bijzonder zijn, blijkt er een familie apen in de bomen te slingeren. Wat een prachtig gezicht. Foto’s maken is lastig van afstand, maar als je goed zoekt tussen de bladeren moet je hem kunnen vinden. Terug op de 45 zien we steeds meer vakantiegangers voorbij ons komen, de koffers hoog op de auto’s gestapeld. Deze trek hebben we in nog geen een ander Zuid Amerikaans land gezien. Het zal druk worden aan de kust. 19 december is de zwaarste en meest indrukwekkende dag, met de onverharde helse weg, de palmolie en de apen. We fietsen 76 kilometer en komen pas vier uur aan bij een schattig hotelletje. Als ik de was al gedaan heb onder de douche en het wil ophangen vraagt de dame van het hotel of ze het moet wassen. Nee zeg ik, net klaar, dan biedt ze aan om het te centrifugeren. Dat is prima, is het nog sneller droog. Ze zou op onze deur kloppen als de machine klaar was, als ik later ga kijken heeft ze het al aan de lijn hangen. Zo lief weer. We eten die avond om de hoek en treffen een heerlijke hamburgertent. Het voelt goed in dit dorpje en het hotel is heerlijk en spotgoedkoop. We besluiten die avond om die volgende dag een rustdag in te lassen. Dit bevalt heerlijk, ik slaap bijna de hele middag. Had het echt even nodig. Voornamelijk de hitte sloopt je! Die dag erna gaan we weer verder over de snelweg. Deze is meestal vierbaans, dan hebben we een brede strook aan de zijkant voor ons. Heel af en toe is het tweede deel nog helemaal niet afgemaakt en is deze gehele strook voor ons alleen, dat is pas luxe. We zien wel 20 halve vrachtwagens op de weg, onderweg naar de assemblage denken wij. Heel apart dat dit zo de weg op mag. Ze dragen wel een helm, lekker veilig. We blijven door het gebied van de palmen rijden, kilometers lang en zo ver als je kan kijken tussen de bomen door. De weg is wel saai zo nu en dan en we moeten echt opletten als er na veel kilometers weer eens een bocht komt, haha. We naderen bijna de grens van Venezuela en zien het gebergte weer opdoemen. Hierdoor klimmen en dalen wij ook flink zo nu en dan. We worden ingehaald door een oude auto. Boven op de berg staat hij stil, zowel de auto als zijn baas zijn toe aan een slok water. Beiden last van de warmte. Wij stoppen even en krijgen te horen dat deze auto wel 70 jaar oud is (ik dacht eerst dat hij 60 zei). Plots zien we een mini eco-duct en vlak daarvoor al een bord met ‘pas op apen’. Aan de andere kant van de snelweg zien we weer een hele familie aap. Ik loop nog onder een viaduct onder de snelwegen door en kan op die manier vlak in de buurt van ze komen. Ze lijken dit niet leuk te vinden en maken veel geluid, ik neem maar weer afstand. Dan staat er opeens een auto midden op onze strook, wat is dit. Als ik stop, krijg ik gelijk een flesje drinken in mijn handen gestopt met de vraag: wat wil je vrouw drinken? We ontmoeten José Amado en zijn vriendin die in hun auto met de fietsen achterin onderweg zijn naar Cartagena. Hij heeft deze route al eens gefietst en weet hoe heet het is, vandaar dit geweldig lieve gebaar om ons drinken aan te bieden. Met nog een paar tips over de route en waar we zeker moeten stoppen nemen we afscheid. De Andes raakt nu echt langzaam uit beeld en wij stoppen bij, voor ons de laatste plaats langs de drukke route 45, in Pelaya. We treffen het met dit hotelletje, heerlijke kamer met airco en goed eten met heerlijke met ijs gevulde kroezen limonade. Vanaf morgen 24 december fietsen we richting het westen en koersen we af op de stad Mompos, een door Unesco beschermde stad waar vroeger de Spanjaarden die de stad Cartagena wilden ontsnappen zich vestigden. Dit avontuur lezen jullie de volgende keer.
0 reacties