S04E04 Hummingbird

Gepubliceerd door mark op

Op 9 november zijn we weer in staat om op de pedalen te gaan en fietsen we de grens over naar het land Belize. Voor veel mensen onbekend en zo ook voor ons. Altijd weer spannend om een grens over te gaan en om te ervaren hoe een nieuw land je bevalt. Het is eerst 20 kilometer terug vanaf Bacalar in Mexico. Terug gaan we in principe nooit maar we wilden het meer zien wat zo prachtig blauw is. Al gauw komt de grens met Belize op de borden, nog 14 kilometer. In Belize spreken ze Engels en hebben ze de Engelse maatvoering en dus ook mijlen, ze rijden overigens wel rechts en dat is wel prettig. Het is een voormalig Britse kolonie en de dollars zijn twee keer zoveel waard als de Amerikaanse. Het hoofd van de Britse koningin staat nog steeds afgebeeld op het papieren geld. De grensovergang gaat soepel, er worden zelfs grapjes gemaakt dat Belize de beste tropische bestemming is van Midden Amerika. Wij raken door de vrolijkheid ook wat melig en Majlits kruipt achter het stuur van de bus haha. We zien al op de eerste namiddag de trots van Belize, de toekan. We slapen in een AirBnB, die zijn het beste te betalen hier. De prijzen van overnachtingen zijn redelijk hoog, vanaf een euro of 25. Dit is voor ons dagbudget niet zo goed, maar ach. Vanaf Corazal waar we de eerste nacht goed geslapen hebben, gaan we binnendoor op een onverharde weg verder richting het zuiden. We komen een pontje tegen die met de hand moet worden voortbewogen. We helpen allebei even mee, wel zo sportief. We zien hier helaas nog geen krokodillen, daar hebben de mannen op de pont het wel over. Aan de overkant drinken we wat, maar gaan weer snel verder want we worden door de vele muggen lek gestoken. We rijden langs de vele suikerriet velden, waar ze hier in Belize onder andere rum van maken. Net zoals dat op Cuba gebeurt. We fietsen al vlot Orange Walk Town binnen, die dag hebben we een korte afstand omdat hier weer een mogelijkheid is om te overnachten in een AirBnB. We fietsen eerst onze slaapplek voorbij, omdat we nog te vroeg zijn en eten iets in het stadje. We passeren een grappig bord; LUL’s Quick Cash. Wij kunnen hier geen geld opnemen, dat is voor de lokale bevolking. Wij pinnen gewoon en dat lijkt hier zonder extra kosten te gaan, dat zou voor het eerst zijn. In de middag melden wij ons bij het huis waar we slapen, de eigenaar is zo aardig. We voelen ons direct thuis en die avond neemt hij ons mee de stad in om nog te avondeten. Hij brengt in de tussentijd een bezoek aan zijn moeder. Op het afgesproken plekje aan het plein centraal in de stad staan we te wachten tot we weer mee terug kunnen rijden. Bij toeval spreekt een andere toerist ons aan en vraagt of we hier zijn om de Maya ruïnes van Lamanai te bezoeken. Dit was niet ons plan, maar plannen kunnen bij ons per direct wijzigen. We vragen aan onze gastheer of we nog een nacht kunnen blijven, dit is geen probleem en boeken de excursie. De volgende morgen worden we weer naar de stad gebracht, maar niet voordat we stevig hebben ontbeten. Dit maakt hij zelf klaar, het heet Johnny buns. We gaan in de speedboot met nog 6 andere mensen in volle vaart richting de ruïnes en zien onderweg veel flora en fauna, waaronder een hele grote krokodil. We leggen enkele reis zo’n 50 kilometer af. De site is niet heel bijzonder vinden wij, op de maskers na die zijn indrukwekkend groot en het gebrul van de apen is overweldigend. Ook op de ochtend dat we weer gaan fietsen wordt er een zwaar ontbijt bereid, we doen ons best om zoveel mogelijk op te eten. We nemen die ochtend afscheid van Bart en gaan weer op pad. Onderweg zien we weer vele Mennonieten en deze keer krijg ik het voor elkaar om er met een op de foto te gaan. De bussen hier moeten even speciaal aandacht krijgen, allemaal afdankertjes uit de USA. Ze hebben prachtige kleuren, maar rammelen bijna allemaal praktisch uit elkaar door de slechte wegen. Nabij Hattieville fietsen we heel dicht bij de centrale gevangenis langs en zien de gevangenen in hun oranje overalls aan het werk. Her en der staan mensen op wacht met een groot geweer om ze niet te laten ontsnappen, het terrein waar wordt gewerkt is namelijk nauwelijks omheind. Ik vind het een aparte gewaarwording. Later die dag bezoeken we de dierentuin, die er heel diervriendelijk bij ligt. Heel veel van de dieren zijn gered vanuit bijvoorbeeld bosbranden of waren verlaten door hun ouders. Alle dieren zijn inheems en we genieten erg om ze van zo dicht bij te bewonderen. De volgende ochtend nemen we als ontbijt burritos, dit zijn gevulde pannekoeken. Echt een aanrader. We hebben onderweg twee keer de tip gekregen om over de Hummingbird highway te fietsen. Deze tip was super, we komen weliswaar over nogal wat heuvels te fietsen, maar de omgeving is prachtig. We komen ook nog langs een aantal grotten, waarvan we er een bezoeken. Ook de Blue Hole (niet diegene die voor de kust van Belize ligt als toeristische trekpleister) tegen en zwemmen hier beiden in, jazeker zelfs Majlits 😉 Op 14 november vinden we bij toeval een top plek om te slapen. Dit stond nergens vermeld, maar vragen staat vrij toch. Normaal worden er Cabanas verhuurd, maar wij mogen voor slechts 10 Belize dollar kamperen. Verderop zijn ze de snelweg aan het aanpassen, de toppen van de bergen halen ze eraf om de weg minder steil te maken. Eentje is er klaar, voor ons top! Op 15 november komen we aan in het kleine plaatsje Maya Center, waar we ook weer kunnen kamperen. Dit keer midden in de meditatieruimte, waar Maya meditaties worden gedaan. Wij zijn de enige gasten dus kunnen de hele ruimte gebruiken. Morgen gaan we naar Placencia aan de kust en houden daar even rust op de Caribische stranden, geen straf 😉