S04E07 Stoffig
We laten op 28 november La Ceiba achter ons om de hoogte in te klimmen van Honduras. Door de gastheer van het hostel waar we verbleven werd nog even een foto gemaakt als aandenken. Als we daar toch staan, maak er dan ook maar een voor ons haha. We vertrekken die ochtend vroeg, althans dat is de bedoeling. Het hek van het hostel zit op slot en de sleutel is kwijt. De gastheer belt met de schoonmaakster en die komt richting het hostel met een reserve sleutel, alleen dit duurt even helaas. Uiteindelijk kunnen we iets over 7.00 uur dan toch onze reis vervolgen. We rijden door de stille straten, dit is op dit tijdstip opvallend want in de meeste Amerikaanse landen is het dan al levendig op straat. In Honduras duurt het opstarten van de dag iets langer. Onderweg kopen we wat lychees, heerlijk zoet fruit met een bijzondere rode “behaarde” schil. Het gaat alleen wel allemaal tussen je tanden zitten. Ons eerste traject is tot Saba en dit gaat nog over asfalt. In de namiddag wordt het donker en gaat het heel hard regenen, zo een tropisch buitje. Gelukkig staat er een overdekt fruitstalletje leeg en kunnen we daar in schuilen. We hebben weer mazzel. De volgende morgen hangen de wolken nog laag om de bergen heen – een prachtig gezicht. Vanaf de doorgaande route 23 slaan we links af richting het zuiden over een onverharde weg. Deze klimt vanaf de eerste kilometer al flink. Zolang we vlak naast de rivier fietsen gaat het allemaal net en kunnen we op de fiets blijven zitten in de kleinste versnelling. Maar op het moment dat de rivier uit beeld verdwijnt gaat de weg te steil omhoog en lopen we hele delen van de middag omhoog met de fiets aan de hand. We genieten evengoed volop, het is heel groen en de uitzichten zijn prachtig. Veel foto momenten en film schiet je op zo’n route. Plots zijn wegwerkers bezig met het vlakschuiven van de weg. Overal ligt losse grond en met de regen van gisteren is dit behoorlijk plakkerig geworden. Het is weer als vanouds zwaar. We stijgen en dalen veel de eerste dag en komen uit in een dorpje die we op Google Maps hadden gezien. Gelukkig blijkt het dorp er ook te zijn, want op onze normale routeplanning Maps.me staan nergens plaatsjes op de route die we nemen. We eten eerst wat en vragen aan de dame die voor ons pastalito’s (deeg gevuld met geplukte kip en die gefrituurd, lekker machtig) klaarmaakt of ze weet of we ergens kunnen slapen. Ze twijfelt geen moment en zegt: ik heb een groot huis, jullie kunnen bij mij slapen. Waanzinnig gastvrij weer. We mogen een tijdje in de woonkamer zitten en ons slaapvertrek wordt gereed gemaakt. We hebben een groot bed van een van de 5 kinderen en slapen die nacht heerlijk. De volgende ochtend ontbijten we nog bij haar en gaan dan weer op pad. Door de lichte regenval van die nacht stoft de weg gelukkig niet zo en de modder is net droog genoeg om niet aan je wielen te plakken. Het is weer een zonovergoten dag, maar door de hoogte en de wind best fris. Bij het afdalen doen we dan ook ons windjack aan. We redden het die dag tot La Union, een iets grotere plaats met gelijk 3 hotels. We kiezen een hotel en dat blijkt een topper te zijn. Heerlijk warm water en een harde straal, hier ben je aan toe na zo’n dag ploeteren. De volgende ochtend is er helaas geen water meer en krijgen we een emmer gevuld met water uit de voorraad om de WC door te spoelen. Als we de fietsen weer hebben bepakt merkt Majlits op dat mijn band er niet goed uit ziet. Er is een gat ontstaan, maar gauw vervangen met een vouwband welke we als reserve mee hebben. Ik word flink geholpen door de werklui die aan het klussen zijn. Met iets vertraging gaan we weer op pad. In de dorpjes zijn wij echt een attractie, iedereen roept ons na. Vooral de kinderen roepen Gringo, waar ze blanke Noord Amerikaan mee bedoelen. Verscholen in de bergen zijn de nodige dorpjes te vinden en geen van deze dorpjes staan op de navigatie. Dit gebied is nog onontdekt. En dan zomaar in de middle of nowhere komen we een fietsenzaak tegen met een eigenaar die Engels spreekt. Daar koop ik een nieuwe reserve buitenband, dan ben ik weer compleet. We maken met hem nog even een selfie. Gedurende de rit van vandaag loopt mijn achterband steeds leeg. Ik pomp hem gedurende de rit steeds op en vervang die avond de binnenband. In de nieuw geplaatste binnenband ontdekken we een klein gaatje dicht bij het ventiel, niet te plakken dus deze is afgeschreven. We slapen die avond in het meest simpele hotel in een afgelegen plaatsje. De laatste dag onverhard is echt afzien, de weg is slecht en het stof is om ziek van te worden. Bij iedere auto die voorbij rijdt vliegen de wolken grijs om je oren. Gelukkig hebben we allebei een buff (doek voor je mond). Op het laatst van het onverharde traject zien we nog een aantal grote broodovens, hier wordt volop brood gebakken en we kopen gelijk wat broodjes. Het laatste deel van de stofweg gaat naar beneden en we zijn blij als we weer asfalt zien. Na een paar kilometer zie ik een carwash en hier kunnen we de fietsen schoonspuiten. We maken met alle toeschouwers die mij dit hebben zien doen een selfie. Op de asfaltweg passeren we een viskwekerij en daar tegenover een restaurant. We eten een overheerlijke verse vis, de we met z’n tweeën delen. Als we weg rijden laat Majlits mij haar fietsstang zien bij het zadel, we ontdekken weer scheurvorming. Dit is ooit gelast geweest, maar dit moet opnieuw. Je raadt het al nog geen paar kilometer verder zien we een werkplaats van groot materieel. Daar lassen ze de stang van Majlits weer heel. We komen die middag 2 december in Campamento aan, het voelt daar goed. Het hotel wat we kiezen bevalt zo goed, dat we besluiten een extra nacht te blijven. Morgen vervolgen we onze reis richting de grens van Nicaragua, dit zal nog een dag of 4 fietsen zijn.