S04E08 Nicaragua
We hebben een heerlijke rustdag gehad in Campamento, helaas viel wel de tweede dag de stroom uit en moesten we het oorverdovend geluid van de aggregaat aanhoren tot 21.00 uur die avond. Toen ging deze gelukkig uit en konden wij slapen, om 6.00 uur in de morgen begon de herrie opnieuw. Dit was niet erg, want van 21.00 tot 6.00 uur is toch ons ritme. We rijden nog een kilometer of 20 over de asfaltweg en slaan dan links af om de hoofdstad Tegucigalpa te vermijden. We beginnen direct te klimmen, de steilte is goed dus we kunnen op de fiets blijven zitten in plaats van lopen ernaast. Doordat je in korte tijd veel hoogte maakt, heb je prachtige uitzichten over het bergachtige landschap van Honduras. Als we in de verte de weg weer zien stijgen, fietsen we een klein stukje terug en nemen een shortcut. Deze shortcut is grotendeels onverhard en door de droogte stoft het behoorlijk. Gelukkig kunnen we onze buff weer gebruiken, de doek doen we maar al te vaak voor onze mond en neus om niet alle stof van de auto’s en vrachtauto’s die passeren in te ademen. De route binnendoor valt ons zwaar. Het is heet en aan het klimmen en dalen komt maar geen einde. Gelukkig bereiken we in de loop van de middag de laatste plaats in Honduras – El Paraiso. Vlak voordat we daar binnenrijden zien we nog een kleurrijk dorpje gebouwd worden, wij denken aan een soort sociale huurwoningen. Het is in ieder geval een kleurrijk gezicht, daar word je blij van. De volgende dag tijdens het klimmen naar de grens die zo’n 450 meter hoger ligt dan de stad, merken we op dat weerskanten van de weg vol staan met koffieplanten. Het klimaat en de hoogte zijn hier uitstekend geschikt voor deze struiken. Als we bijna boven zijn bij de grens naar Nicaragua staat de weg vol met geparkeerde vrachtwagens, even schiet door mijn hoofd – de gens zal toch niet dicht zijn op deze zaterdag de 7e december. Gelukkig is dit niet het geval. De rij bij het loket van Honduras is lang, het is druk met mensen, tussen die mensen staan ook nog een aantal Menonites uit Belize (dit staat op hun tassen die ze bij zich hebben). Na veel gedoe bij de Nicaraguaanse immigratie, we hadden waarschijnlijk toch al vooruit een verzoek moeten doen om het land in te komen, krijgen we na bijna twee uur en na het betalen van 24 US dollar weliswaar geen stempel maar wel de benodigde papieren om Nicaragua in te reizen. Dit was tot nu toe de meest omslachtige en langstdurende grensovergang tot nu toe over al onze fietsreizen. We zijn daarom extra blij als we de eerste kilometers weer maken over de prachtige wegen hier in het land. In de eerste stad kunnen we gelijk pinnen en aan de grens konden we prima het geld van Honduras wisselen tegen een gunstige koers bij een mannetje die met stapels geld loopt te zwaaien. Geld op zak geeft zoveel extra vrijheid! We rijden al een paar keer grote koffiecoöperaties voorbij, vlak voor het stadje Condega stoppen we om het op de film te zetten. In het stadje belanden we midden op het plein in een heel oude hospedaje. Helaas is het feest zo rond 8 december (Onbevlekte Ontvangenis van Maria) en komt er geluid van alle kanten, vooral het vele vuurwerk lijkt wel in onze kamer te worden afgestoken. We rijden de volgende dag wederom op een binnendoor weg, deze is in het begin nog bestraat en hierdoor klimmen we redelijk gemakkelijk de eerste 500 meter omhoog. Het dalen gaat vervolgens over een hobbelige weg vol met grote rotsblokken, je moet goed uitkijken waar je rijdt. We worden aan alle kanten voorbij gereden door vele bussen. De meeste zitten overvol en er zitten zelfs passagiers op dak. Het is een bewolkte dag en dat is voor het vele klimmen perfect, je spaart energie als de zon niet zo fel op je schijnt. We maken op 9 december dan ook de meeste hoogtemeters op 1 dag sinds het begin van deze reis, zo’n 1.070 hoogte meters. We komen uiteindelijk uit in het stadje Yali. In dit stadje worden wederom koffiebonen gedroogd. Op het plein vinden we een echt goed vlees restaurant, de jonge eigenaar is net 4 maanden terug gestart en spreekt vloeiend Engels. Hij neemt met ons het menu door en we kiezen uiteindelijk buiten de kaart om het lekkerste stukje vlees. We eten dit altijd graag rood, dus even om en om aanbakken, dit is voor hem de eerste keer dat hij dit zo moet bereiden vertelt hij ons. Maar het lukt hem voortreffelijk en we eten nog niet zo lekker deze reis als nu. Bij toeval vinden we een prachtig hostel, we worden hier door iemand op de motor die we treffen midden in het stadje naar toe gebracht. Majlits raakt gelijk in de relax stand. Mede door het mooie uitzicht en warm water onder de zogenaamde “suïcide douche” (een elektrische kop voor snoeren in combinatie met water) besluiten we een extra nacht te blijven. 11 december gaan we verder dwars door een natuurgebied vol met hoge bergtoppen richting Lago de Apanas – een groot meer en langzaam richting Leon. Hierover later meer.