S04E12 Panama
Op 14 januari gaan we onderweg naar de grens van Panama. We verlaten het prachtige maar ohhh zo natte jungle house waar we mochten verblijven en in ruil wat klusjes hebben verricht. Het was een bijzondere ervaring, maar ik wilde maar wat graag weer onderweg en uit de natte zooi vandaan. Niks krijg je droog in het tropisch regenwoud en dan begint op een gegeven moment alles naar natte hond te stinken. In de ochtend regent het nog hard, dit wachten we af, maar gaan vlak daarna van start. We willen binnendoor naar de grote weg, maar missen de afslag. We gaan toch terug want op de kaart is deze binnendoor route veel korter. We rijden nog geen minuut op de onverharde weg en we moeten al lopen. Het gaat te steil omhoog, daarnaast start het ook weer met regenen. We kunnen redelijk schuilen onder een afdak van een groot hekwerk. Na een kleine 10 kilometer komen we op de doorgaande weg uit richting de grens met Panama. De hele ochtend zit vol met tropische buien en wonder boven wonder kunnen we snel plekjes vinden om te schuilen. We rijden door onafgebroken plantages met bananen. Hier tussendoor zijn huisjes gebouwd voor het personeel. Op sommige huisjes zit zelfs een logo met het merk wat we allemaal kennen van de bananen: Chiquita. Rond het middaguur bereiken we de grens die uitgestorven lijkt. Ze zijn ook bezig met de brug over de rivier die de beide landen scheidt. Er zijn nauwelijks auto’s en maar een paar voetgangers die van Costa Rica naar Panama gaan die dag. Eerst betalen we twéé keer 9 dollar exit fee en dan staan we voor het eerst ooit tijdens het passeren van een grens als enige voor het loket met de beambten. Met 10 minuten staan we dan ook in weer een nieuw land. Wat als eerste opvalt is dat ook hier de mensen ons van harte welkom heten door flink te toeteren en te zwaaien. Nog geen 100 meter over de grens zitten overal mannetjes met naaimachines. Het toeval wil dat Majlits haar schoenen er aan toe zijn om gemaakt te worden en dit is met 1 minuut gefixd. Hoe bedenk je het. De eerste kilometers door Panama vallen gelijk de houten huisjes op, de één wat groter dan de ander, maar voornamelijk klein en op palen. Overal zien we de inheemse bevolking met een indiaans achtig uiterlijk. In de kustplaats Almirante zien we de bananen ingeladen worden in een mega schip met de naam Chiquita trader. Het blijft de dagen dat we langs de Caribische kust fietsen iedere dag regenen. De enige mazzel is dat het niet koud is en je dus niet verkleumd. En dan klimmen we over de bergen naar de westkant van het land en het weer verandert direct. De zon staat daar vol aan, de luchtvochtigheid is wel hoog, maar we hebben geen regen meer. We passeren nog een indrukwekkend kanaal (niet het Panama kanaal hoor) en komen na flink afdalen op de Pan American Highway uit. We fietsen nu sinds tijden weer richting het noorden. Op 18 januari bereiken we de twee na grootste plaats van Panama, David. We verblijven hier in een spa, met kamers die helaas vol zijn, achteraf maar goed ook we pakken namelijk een natte tent, natte slaapzakken en natte kleren uit en gelukkig kan nu alles drogen. We kunnen ook nog eens de was doen hier. De eigenaar is super aardig, niks is te gek. Het meest trots is hij op het zwembad. We maken met de bus nog een uitstapje naar de bloemen dagen in Boquete en rusten voor de rest lekker uit in ontspannen sfeer. In de week van 21 januari zullen we de laatste 55 kilometer, we hebben namelijk maar een kort lusje gemaakt, door Panama fietsen terug naar Costa Rica.