S05E08 20.000 km

Gepubliceerd door mark op

We volgen de “Texas independence trail”, wat ons aanstaat- een beetje rebels, over een mega hoge brug naar de schiereilanden vlak voor de kust. Het voelt als vakantie en we zien de meest prachtige huizen, allemaal op poten voor het geval het extreem hoog water is tijdens de vele orkanen hier. De uitsmijter is Galveston eiland, met de gelijknamige plaats. We hebben daar een betaalbaar hotel aan het strand en ik neem die middag nog een duik in de Golf van Mexico. Via een veerboot verlaten we de paradijselijke vakantie-eilanden. Na een paar kilometer op het vasteland bereiken we de 20.000 kilometer van de wereldreis op onze fietsen. We leggen dit vast met een zeepje die fungeert als krijtje. Wat een afstand is dat als je het even tot je door laat dringen. Gedurende de middag komt de zeemist opzetten en zien we bijna niks meer. Het plan is om te gaan kamperen en gelukkig is het iets landinwaarts onbewolkt. Ieder plaatsje wat aan de horizon opdoemt kenmerk zich met z’n eigen model en kleur watertoren. Zo ook de plaats waar we kamperen. We liggen al snel in onze tent, de muggen zijn namelijk in overvloed aanwezig en vreselijk hongerig. De nacht komen we goed door en vlak voor de plaats Nederland in Texas doen we boodschappen. We gaan hier oudjaar vieren en nemen een borrel mee. Bij de ingang van de supermarkt staat een voor ons opvallende waarschuwing over wapens, dat is voor ons zo vreemd. De laatste kilometers is het koud, de winter valt nu echt in. Gelukkig hebben we voor op de hotelkamer in Nederland jus de orange met rum. We warmen goed door en bellen om 17.00 uur met onze ouders, het is in het echte Nederland dan 24.00 uur. Gelukkig nieuwjaar! In een vlaag van verstandsverbijstering boek ik een hotel iets richting het noorden op de koudste dag tot nu toe en bovenal windkracht 6 tegen. We komen bijna bevroren aan, maar hebben gelukkig nog rum over van gister en maken dit op met warme chocolademelk. Het allergevaarlijkste stukje fietsen is direct in het nieuwe jaar, over de “Interstate” snelweg nummer 10. Deze moeten we nemen om de rivier over te komen, echt leuk: nee. Te gevaarlijk en waarschijnlijk ook verboden, maar we komen veilig aan de overkant en verlaten de snelweg onmiddellijk. Op de zogenaamde “shoulders”, een zijstrook van de wegen in Amerika ligt veel vuil als glas en spijkers. Dan is het raak, een mega spijker doorboort de achterband van Majlits haar fiets. Het gat is zo groot dat we zowel de binnen- als de buitenband vervangen. Wiel er weer in en dan loopt deze aan, wiel er weer uit, probleem is een schroef met te dikke kop, dus deze ingeruild voor een tyrap, wiel erin en verder op pad. We komen aan bij de eerste “Warmshower”, een soort vrienden van de fiets, die een slaapplaats en een warme douche aanbiedt aan fietsers. We treffen het met Kristi, zij is net verhuisd en wij mogen in haar oude caravan slapen. We eten die avond met haar en kletsen over wat haar beweegt om dit te doen. Het verhaal is aangrijpend en laat ik even in het midden. Wat een meerwaarde is zo’n ontmoeting. We slingeren verder noordwaarts door Texas en komen al gauw over de staatsgrens met Louisiana. De eerste overnachting daar is ook een “Warmshower” en we worden heel enthousiast ontvangen door de vrijwilligers van een museum. We slapen in een houten hutje. We mogen in het museum een pin in de wereldkaart steken om te laten zien waar we wonen, het is de eerste pin in Nederland. Geregeld kom je hier de supermarkt “Dollar General” tegen,  daar is het drinken de helft goedkoper dan bij een tankstation hebben we ontdekt. Op wederom een hele koude ochtend, pomp ik nog even wat lucht in de nieuwe band van Majlits (de nieuwe band is namelijk binnen 2 dagen alweer doorboord met nu een schroef en is waarschijnlijk onvoldoende goed geplakt). Daarna staan we zeker 10 minuten te wachten op een trein die oneindig lang is en tot overmaat van ramp twee keer stopt en zelfs kleine stukjes achteruit rijdt om ons te pesten. Verkleumd starten we die ochtend met volop tegenwind. Na afzien en bijna 80 km op de teller komen we bij Sarah, je raadt het al een Warmshower. Eén brok liefde voor de fiets en alles wat er mee te maken heeft, dus ook ons. Het bed is al opgemaakt en direct na het eten trekken we ons beiden terug. Sarah gaat die volgende ochtend 100 mijl fietsen, 160km,  wij ‘slechts’ 90km, we kunnen de slaap alledrie goed gebruiken. De wind is die nacht gedraaid en wederom hebben we deze vol tegen. Het geluk dat we hebben is dat de voorspelde regen niet op ons valt, maar wel om ons heen. We fietsen oneindig veel over de snelweg 190 en hadden al gehoord dat het gevaarlijkste deel kon worden vermeden door de oude snelweg te fietsen. Dit bleek een privé route te zijn geworden, maar gelukkig mochten wij daar wel langs. We werden alleen een keer aangesproken vanwege mogelijk aanwezige jagers, blijf niet te lang stilstaan was het advies. Aan het einde van de weg moesten we onder het dichte hek doorkruipen, maar dat is beter dan aangereden worden op de snelweg. Nog twee etappes en dan zijn we in New Orleans, hier kijken we naar uit.